In voorlopige koopcontracten is vastgelegd dat de koper een waarborgsom moet betalen. Deze som wordt aan de notaris overgedragen en door hem beheerd tot het moment dat de akte van overdracht ondertekend is. De hoogte van de waarborgsom is gelijk aan de boete die betaald moet worden als de koper zijn verplichtingen niet nakomt en de verkoper de ontbinding van de overeenkomst verzoekt. Een bankgarantie kan ook aan de notaris worden verstrekt als aanvulling op de waarborgsom.